Op 09 oktober 2014 werd het nieuw regeerakkoord vrijgegeven. In dit akkoord handelen verschillende pagina's over de politie, jammerlijk genoeg is het niet altijd positief nieuws. Een uiteenzetting door onze nationale voorzitter.

Vandaag werd het regeerakkoord vrijgegeven. Meerdere pagina’s handelen over de politie. Jammer genoeg is het niet altijd positief nieuws. 

Wat de pensioenproblematiek betreft kunnen we volgende verduidelijkingen geven: 

  • Zij die al met pensioen konden gaan voor het arrest krijgen volledig herstel van hun rechten : zij kunnen op ieder moment hun pensioen verkrijgen ; 
  • Zij die 53 jaar of ouder waren op 10 juli 2014 krijgen een overgangsregeling waarbij zij ten vroegste vanaf 58 jaar hun loopbaan kunnen beëindigen; 
  • Voor alle andere personeelsleden dient het debat over de pensioenleeftijd, de loopbaanvoorwaarden en de pensioenberekening nog te beginnen.
    Dat zal gebeuren in het kader van de problematiek over de zware beroepen. Er wachten ons daar nog heel wat uitdagingen.

Hierbij kort een eerste overzicht van de plannen van deze regering in 25 punten : 

  1. Uitvoering van het arrest nr. 103/2014 van het Grondwettelijk Hof van 10 juli 2014 zodat verschillen in behandeling tussen de pensioenreglementering van het personeel van de geïntegreerde politie en de pensioenwetgeving van het algemeen stelsel die niet objectief te verantwoorden zijn, opgeheven worden. Personeelsleden bij de politie die voor de datum van het arrest (10 juli 2014) hun pensioen hadden kunnen aanvragen, zullen onder de bestaande voorwaarden voor het pensioen blijven vallen.
  2. Niet verplichte overgangsregeling voor politiepersoneel dat 53 jaar is op 10 juli 2014 via de invoering van eindeloopbaanregime (het aanvragen van een aangepaste functie) en, bij gebrek hieraan, een tijdelijke en uitdovende bezoldigde afwezigheid in non activiteit in het statuut van de politie op 58 jaar en dat, ten vroegste vanaf het moment dat ze minder dan 4 jaar van hun mogelijke opname van het vervroegd pensioen verwijderd zijn;
  3. Treffen van specifieke pensioenmaatregelen voor zware beroepen. Eerst dient een lijst van zware beroepen vastgelegd en de preferentiële tantièmes dienen bepaald. Nadien dienen de voordeliger modaliteiten te worden onderhandeld inzake loopbaanvoorwaarden voor het (vervroegd) pensioen en de berekening ervan;
  4. Afbouw administratieve lasten politie :
  5. Het politiestatuut dient vereenvoudigd en gemoderniseerd ter verhoging van de operationaliteit 
  6. De tuchtwet dient vereenvoudigd en geharmoniseerd waarbij de rol van de burgemeester wordt beperkt en de zones meer dienen ondersteund te worden ;
  7. De evaluatieprocedure dient verkort en eenvoudiger;
  8. Het aantal toelagen en vergoedingen dient binnen een gesloten enveloppe te evolueren tot een moderne en fonctionele verloningsregeling; 
  9. Uitwerken van een klokkenluidersstatuut ; 
  10. Mobiliteit toelaten van operationeel kader naar calogkader; 
  11. Mobiliteit van calogpersoneel naar de federale overheidsdiensten en omgekeerd ;
  12. Uniformisering opleiding en via beheerscontracten met de academies de kwaliteit verhogen;
  13. Meer diversiteit bij de politie;
  14. Versterken rol lokale korpschef bij sociale promotie;
  15. Herdefiniëren rol algemene inspectie;
  16. Gecertifieerde opleidingen calogpersoneel afstemmen op dat van de federale ambtenaren;
  17. Verder promoten van schaalvergroting politiezones;
  18. Versterking van de werking inzake technische en wetenschappelijke politie en de bestrijding van financieel en economische criminaliteit; 
  19. Modernisering informatisering en personeelsmanagement;
  20. Actualiseren optimalisatiebeweging; 
  21. Uitvoering overgang delen staatsveiligheid naar politie;
  22. Bijzondere aandacht voor geweld tegen gezagsdragers; 
  23. Oplossing voor manifest onterechte klachten tegen personeel politie;
  24. Rationalisering infrastructuur federale politie;
  25. Nauwere internationale samenwerking voor politie en justitie.

Inzake overgangsregeling voor het pensioen heeft dit regeerakkoord aan het politiepersoneel het stricte minimum gegeven. Dat was al enigszins te vrezen nadat we kennis kregen dat de pensioenleeftijd voor de werknemers van 65 naar 67 jaar gaat evolueren. 

Er wachten ons nog moeilijke onderhandelingen en dat zowel voor het behoud van een aangepast pensioenstelsel voor de leden van de politiediensten als voor de vrijwaring van de andere statutaire rechten. In de toekomst rekenen dan ook op jullie actiebereidheid ter ondersteuning van onze strijd.

Gert Cockx
Nationaal voorzitter